Ik ontmoet de Londense producer SBTRKT in het loeihippe Volkshotel te Amsterdam. Tsja, hoe interview je een artiest die nooit interviews doet? Nou, dan heb je het over Hollandse haters, het slechtste optredens allertijden en samenwerken met Jessie Ware, Ezra Koenig en A$AP FERG, natuurlijk.
Tot nu toe was het redelijk stil op the interwebs rond SBTRKT. Qua interviews dan. Zijn nummers verspreiden zich als brandende kolen. Tijdens zijn eerste release verkoos SBTRKT anonimiteit boven promotie. En daar horen dus geen interviews bij. Voor zijn tweede album, Wonder Where We Land, pakt hij het anders aan. CJP is zo lucky om de hemelse beatmaker te ontmoeten. De persoon achter het masker heet Aaron Jerome. Terwijl we uitkijken over heel Amsterdam op het balkon van het Volkshotel, zijn we toch een beetje nerveus voor de ontmoeting. Wat als hij een vreselijke pershater blijkt te zijn?
Tijdens je debuutrelease deed je nauwelijks interviews. Waarom nu wel?
‘Toen mijn album SBTRKT uitkwam, wilde ik de muziek voor zich laten spreken. Het albumconcept was gebaseerd op anonimiteit. Als ik dan interviews zou geven, sloeg dat nergens op. We zijn nu drie jaar verder en ik heb meer te vertellen dan destijds. Daarbij: als ik het reden achter mijn album niet uitleg, verzint de pers zelf een verhaal. Dus tijd om het zwijgen te doorbreken.’
Gelukkig! Ik dacht: misschien ben je een mega socially awkward persoon.
‘Haha nee, ik kan juist uren praten. Maar ik wil er wel een reden voor hebben en niet zomaar shit uitkramen.’
Hoe zit het verder met je anonimiteit? Want je bent ook overgestapt van volledige gemaskerd hoofd naar een half bedekte verschijning.
‘Om eerlijk te zijn; de reden dat ik nu een half masker draag, is omdat het fysiek onmogelijk is om op te treden met een bedekt gezicht. Ook als je de helft van je gelaatstrekken verbergt, herkennen mensen je niet. Door die anonimiteit vergelijken mensen mijn muziek minder met mijn persoonlijkheid. SBTRKT draait niet alleen om mij, maar ook om alle mensen met wie ik samenwerk. Wonder Where We Land staat voor coproducties. SBTRKT is eigenlijk meer een band dan een soloproject. Net als Gorillaz.’
Het nieuwe album brengt een nieuw personage met zich mee. Een soort beest. Wat is het?
‘Het beest is ontstaan zodat de focus wordt verlegd van het masker. Soms doen journalisten net alsof ik alleen beroemd ben geworden door dat masker. Het beest (zie rechtsboven, red.) is een soort Oaxacan-Mexicaanse sculptuur. In het Zuidwesten van Mexico zijn dit traditionele beeldjes. Het verhaal gaat dat er in 1930 een man was, Pedro Linares, die zijn hallucinerende dromen uitbeeldde in papier-maché beeldjes: Alebrijes. Met die gedachte ontstond het SBTRKT-beest. Het heeft nog geen naam maar tijdens concerten hebben we een zeven meter hoge versie van het monster op het podium staan.’
In New Dorp. New York speelt het beest ook een hoofdrol. Hoe is dit nummer, samen met de zanger van Vampire Weekend, Ezra Koenig, tot stand gekomen?
‘New Dorp. New York is een ode aan New York City. Ezra en ik hadden elkaar nog nooit ontmoet, maar bleken fan van elkaars muziek te zijn. Ik stelde voor om samen een nummer op te nemen. Soms kan dat lastig zijn, omdat artiesten erg vast blijven zitten in hun eigen stijl. Maar bij Ezra ging het heel relaxed. Het nummer heeft een vroege jaren tachtig rap meets rock-gevoel. Electro in de mix met Blondie-vocalen. De beat is simpel. Al is het nummer al heel veel geremixed online, met meer keyboards en beats. Maar waarom zou je nog meer dingen erin stoppen als dat niet nodig is? Hetzelfde idee had ik bij Wildfire. Een kickdrum, snaredrum, baslijn en vocalen. Dat is het. Maar goed, niet iedereen is het daarmee eens. Rick Rubin (een Amerikaanse producer die onder andere met Beastie Boys en Adele werkt, red.) is voor mij de essentie van coolheid. Hij vond ons nummer cool. Dus dan is het ook cool!’
Wat is het idee achter Wonder Where We Land ?
‘Het idee was een album dat zich onderscheid van de dance-scene waar ik normaal gesproken muziek voor schrijf. Ik wist niet waar het heen zou gaan, vandaar de titel. Het unieke aan het album is dat alle nummers coproducties zijn. Ik heb geen plaatjes zitten mixen in mijn kamer en die opgestuurd naar een zanger, met de vraag om het in te zingen. De stemmen op het album zijn van mensen die een eigen identiteit hebben. Zoals Jessie Ware. We hebben vier jaar geleden een liedje opgenomen dat Nervous heet. Voor dit album zijn we één middag samen geweest om te schrijven, op zoek naar een geluid dat staat voor wie we nu zijn. Ook het rap-experiment met A$AP FERG klinkt vernieuwend. Voices In My Head is een anti-drugssong. Deze creatie was nooit geproduceerd als we niet samen in L.A. hadden geschreven.’
Afgelopen zomer stond je op Pitch. Wat vind je van het Nederlandse publiek?
‘Het was te gek om in de Gashouder te spelen, een geweldige locatie. Drie jaar geleden mocht ik daar ook spelen. Het Nederlandse publiek is tough. Ze zijn ontzettend kritisch. Het is het enige publiek in de wereld dat direct na afloop van een concert hun sociale netwerken vol spuwt met negatieve feedback. En niet opbouwende kritiek, nee, echt bam: that was the worst gig ever. Ik moet er ook wel weer om lachen, maar het is me echt opgevallen! In Engeland of Amerika is dat veel minder.’
Wat erg van ons! We zijn gewoon te eerlijk soms. Wat was dan echt je worst gig ever?
‘Ik heb wel meerdere rampzalige optredens gehad. Doordat ik een elektronische liveshow geef, kan er altijd wel iets stuk gaan. Maar als het dan foutloos gaat, is het ook echt magisch. Een van mijn allerergste concerten was toevallig ook in Nederland. In een soort koeienstal. Het was heel klein en heel heet. Zo heet zelfs, dat het zweet opsteeg en op de apparatuur druppelde. Kortsluiting. Ik had toen nog geen crew en geen idee hoe ik het moest maken. Drieduizend man keek ons verwachtingsvol aan. Het was de stressvolste ervaring uit mijn leven. Uiteindelijk heb ik toch nog wat nummers kunnen spelen, maar je kunt je indenken hoe het er daarna online eraan toe ging. Nederlanders. Toch hou ik van jullie land.’
Dat hij van ons land houdt bewijst SBTRKT achteraf, als hij vertelt dat hij zelfs een tijd in Amsterdam heeft gewoond. Hij had ook een fiets. Maar die heeft hij voor het laatst een paar jaar geleden op het station gezien. We zijn benieuwd waar die fiets is geland. Waarschijnlijk voor een pakje peuken op het Spui verpatst.