Martine had bizarre baantjes voordat ze ging schrijven. Zo was ze een blauwe maandag Henry van Loons stylist en sprak de dubieuze woorden: ‘Ik tape de jurk vast aan je lichaam, oké?!’ Een terugblik op een gênant moment uit de modegeschiedenis. *vioolmuziekje*
In het kader van fake it ‘till you make it ben ik vaak in niet-alledaagse werksituaties beland. Zo was ik propper aan de Spaanse Costa (ja, net als in de film, nee, geen soa opgelopen), woonde ik vier maanden in een tent als park ranger en was ik stylist op de set van De Henry van Loon Entertainment Show. Herinneringen aan mijn geflopte stylist-carrière zitten doorgaans diep weggemoffeld in mijn brein. Alleen soms, zoals één wijntje kan uitmonden in een epische nacht aan de lampen hangen, kan één woord over mode mij terugsleuren naar deze bladzijde uit mijn leven. Dit keer was de trigger het boek De Nederlandse mode in 100 kledingstukken, over vijftig jaar modegeschiedenis, dat op mijn bureau lag.
Hier alvast het bewijs dat ik niets dan the truth spreek, in de vorm van een ongemakkelijke edelfiguratie-rol. Vanaf 00:33 zie je mij doodgaan op links.
Hoe het zover kwam
Als achttienjarige post-puber uit Flevoland begon ik aan een studie aan het Amsterdam Fashion Institute. In mijn kindertijd maakte ik al tijdschriften en de opleiding Concepts & Brands gaf me de kans om een pro te worden. In mijn klas zat een meisje wiens vriend bij BNN werkte en op een zwoele zomeravond borrelden we in hun achtertuin. Een hele gang BNN’ers was aanwezig en ik raakte aan de praat met een productiemeisje. Ze vroeg of ik iets wist van styling. Ik studeerde immers aan een modeopleiding. In die tijd was mijn ambitie om ‘tijdschriftmaker te worden’ lichtelijk verschoven naar ‘3 op Reis presenteren’, dus aanpappen een BNN’er leek me noodzakelijk. ‘Ja, ik kan eigenlijk alles wel met mode. Styling, bijvoorbeeld. Tailoring. Tie-dye. Runway. Measurement. Inspiration.’ Als je maar genoeg Engelse termen gebruikt, denken mensen al gauw dat je een expert bent, was mijn levensfilosofie toen.
Dat heb ik geweten. Die maandag erop werd ik gebeld door het productiemeisje. ‘Zou jij kunnen invallen op de set van De Henry van Loon Entertainment Show? De huisstylist is verhinderd.’ Ik stikte bijna in mijn eigen ademhaling, herpakte me en zei met de stem van een waar mode-icoon: ‘Waar moet ik zijn?’ De volgende dag stond ik met bevende beentjes in de lobby van BNN Headquarters.
Hoe het eraan toeging
De Henry van Loon Entertainment Show was een programma naar het idee van cabaretier Henry van Loon (goh). Allerlei sketches kwamen samen in één chaotische show vol bloopers, imitaties en parodieën. Na een brainstorm over wat er allemaal nodig was qua outfits, zoals een Kate Bush-jurk (waar ik schoenen, sieraden en een bloemenkrans bij moest ‘stylen’) en een fout shirt dat Henry zou dragen, begon het aftellen tot de eerste draaidag. Ik hoefde gelukkig vrij weinig props te regelen (waar haal je die dingen überhaupt?) en arriveerde een paar dagen later op de set.
De eerste dag werd er in een theater een acrobatische clowns-act opgenomen. Henry had al een outfit aan, waardoor ik de rol van koffiedame op me nam. De dag erna filmden we op een woonwagenkamp een sketch met een Tokkie-achtige familie. Ik had sieraden mee, maar de figuranten droegen al prullaria, dus hield ik me voornamelijk bezig met het strijken van hun drie kledingsetjes. Vlak voor de take prutste ik wat aan het Playboy-shirt van een edel-figurant, zodat het leek alsof ik lekker stylistisch bezig was.
Landverrader
Een dag later stonden we op een heide een parodie op Kate Bush’s videoclip Wuthering Heights te schieten. Deze herinnering noem ik ook wel: de dag dat Wuthering Heights een sadomasochistisch tintje kreeg. Henry droeg een rode jurk die niet paste. De veiligheidsspelden die ik – in een helder moment – in mijn tas had gegooid, hielden de boel niet bij elkaar. In blinde paniek kreeg ik een ingeving: ‘Henry, ik tape de jurk vast aan je lichaam, oké?!’ Ik had dit trucje ooit gezien tijdens een afstudeershow van het AMFI en die kennis redde nu mijn leven. Henry bleef in zijn rol en ik plakte met een stalen gezicht een afgebeten stuk duct tape rondom zijn middel. Na dit incident keek de visagist me doordringend aan: ‘Jij bent geen stylist, hè?’ Nu niet je zwakte tonen, ging er als mantra door mijn hoofd. ‘Wel hoor. Ik zit op het AMFI.’ De rest van de opnames ontweek ik haar.
Tot bloedens toe
Er volgde nog een filmdag op het strand, waarbij ik bikini-modellen opwarmde in fleecedekens. Tijdens een festival in Zevenbergen documenteerden we het optreden van Henry’s alter ego. Doe Maar Dave stond geprogrammeerd tussen Jannes en Jan Smit, wat briljant was, en ik kon niet wachten om de reacties van het publiek te zien. Nadat ik ‘Dave’s’ blouse had gestreken, rende ik vanuit de backstage het publiek in. Althans: dat was het plan. Alleen ging ik eerst vol op mijn plaat voor de voeten van Jan Smit. Door de adrenaline vergat ik over een geluidskabel te springen. De beduusde gezichten van de palingsound-liefhebbers waren magisch. Doe Maar Dave incasseerde een applaus dat mede werd mogelijk gemaakt door mijn bloedende handpalmen.
Stijlvolle Nazi’s
De laatste dag stonden ‘bloopers uit een oorlogsfilm’ op de planning. Overdag schoten we in een zandduin en ’s avonds in het bos. Deze dag was stylist-technisch gezien de grootste uitdaging, want de crew was enorm en ik rende van noodsituatie (een knoop vastzetten) naar extreme noodsituatie (de ooglap van Jack Wouterse aan elkaar naaien). Bij het vallen van de avond vroeg één van de participerende comedians, Jochen Otten: ‘Wat ben jij hier nou eigenlijk precies aan het doen, want alle kostuums zijn toch van die man daar?’ Ik keek naar de kostuumman die vol passie de gebruikte Nazi-pakken in plastic wikkelde. ‘Ik ben hoofd kledingcoördinatie’, zei ik met de uitstraling van een schalkse emoji. Hij barste in lachen uit. ‘Tsja, ik weet zelf eigenlijk ook niet helemaal hoe ik hier ben beland, oké’, verzuchtte ik. ‘Je geheim is veilig’, stelde hij me gerust. Dat was het inderdaad tot deze ontboezeming.
Hoe ik me achteraf voelde
Na de draaidagen ben ik een dag mijn bed niet uitgekomen en durfde de knipperende envelopjes van het productiemeisje niet te openen. Bang dat mijn leven was verpest. Toen ik eindelijk de moed bij elkaar raapte, zag ik een uitnodiging om in de Spuiten en Slikken-kantine de show met de crew te bekijken. Zo zette ik nog één keer mijn masker op, ging een laatste maal als stylist bier drinken en stippelde een nieuw carrièrepad voor mezelf uit.
Het eindresultaat van de Henry van Loon Entertainment Show check je trouwens hier.