Je bekijkt nu De woordgrap verdient een beter imago

De woordgrap verdient een beter imago

Ergens in de evolutie der humor is de woordgrap onderaan de ladder beland. Ik vind dit onterecht en heb als levensmissie: de woordgrap haute cultuur maken. 

Woordspelingen zijn mijn lievelings. Als basisschoolkind lachten mijn klasgenootjes om oenen, blondjes en Jantje. Ik was meer een type dat hield van ‘het groen en het plakt’ (Kermit de Sticker!) en ‘het is groen en het glijdt van een berg’ (skiwi!). Ik hou zoveel van het genre, soms overweeg ik ‘woordgrap’ in Comic Sans MC op mijn pols te zetten. Met een infinity-symbool eromheen. In glow-in-the-dark inkt. Toch krijg ik nauwelijks begrip van mijn omgeving. Onterecht, want de woordgrap is een van de hoogste kunstvormen. Voor mij is een afbeelding van een iPhone in een zeef (de iPhone zeven) hoogwaardiger dan een blauw vlak van Rothko. 

Fruitig 

Voor iedereen die niet weet wat woordgrappen zijn: vernuftig gekozen woordcombinaties, die je op het verkeerde been zetten. Zo kan een druif zowel een vrucht als een dommig persoon zijn. Je kunt ook letters veranderen waardoor er een ander woord ontstaat met de klank van het origineel, zoals een combinatie tussen flamingo’s en mango’s: flamango’s. Zo kun je oneindig veel combinaties maken. Net zoals schilders oneindig veel kleuren kunnen mengen (en dan kiest Rothko alleen voor blauw, dat vind ik erg beperkt). 

Clitthangers 

In de veilige omgeving van de CJP-redactie respecteren ze mijn voorkeur gelukkig wel. Zo worden taalvondsten die buiten mijn gehoorafstand zijn gemaakt, bewaard en achteraf aan mij verteld. Een greep uit het archief: de spannende verhalen van collega Marije over het vrouwelijke geslachtsdeel. waarbij je op het hoogtepunt de clou niet vertelt, zijn clitthangers. En de fantastische tosti’s van collega Femke zijn fantosti’s. What is not to like? Nou, blijkbaar is er a lot not to like, want buiten de kantoormuren voelt voor veel mensen lachen om woordgrappen als pompoensoep eten: intens genieten, tot één van je tafelgenoten zegt: ‘De chef is vast het zout vergeten’. Uit het niets voelt iemand de sociale groepsdruk om te zeggen: ‘Oohh, ja het is wel wat flauw, hè?’. 

Dat het imago van de woordgrap is beschadigd, komt omdat er te veel cliché woordgrappen in omloop zijn. Mensen associëren clichés met flauw, waardoor het hele artistieke genre over één kam wordt geschoren. Daarnaast is een imago-schadende factor dat veel mensen woordgrappen gebruiken als geschreven tekst, terwijl deze kunstvorm beter werkt in orale vorm. Een complete tekst nemen je ogen in één klap op, waardoor het verrassingseffect weg is. Als je een grap hoort, blijft het einde een verrassing en worden je hersens gestimuleerd. Hoe vergezocht dan ook is: met overtuiging gebracht, is het sowieso lollig. 

Padoem Patsss 

Zo was ik afgelopen week was ik bij een opname van Padoem Patsss, De Oneliner Show en zat daar met klapperende oren door de overweldigende hoeveelheid woordgrappen. Een permanente kortsluiting in mijn hersenen. Woordgrapmasters als Jordi van de Bovenkamp (‘Mocht je ooit een woordgrap willen maken over schilders, doe het dan met verve.’), Pieter Jouke (‘Last but not Christmas.’) en René van Meurs (‘Terminaal zieke hooligans kunnen alleen nog maar rellen in een vergevorderd stadion.’) zijn mijn Beyoncé’s onder de taalvirtuozen. Iedereen die nog wat onwennig is met het genre raad ik aan de show op BNN te bekijken. Pure #foodporn voor je hersens. 

Museummateriaal 

Woordgrapmakers hebben dus woorden als materiaal en het gehoor van de ontvanger als hun canvas. Vaak hoor ik dat ‘woordgrappen alleen leuk zijn met mate’. Ergens kan ik daar inkomen. Wanneer iemand meerdere woordspelingen in één Twitter-comment probeert te proppen, krijg ik soms ook zin om mijn hoofd in een computerscherm te rammen. (Voeg hier twee emoji’s toe van mannelijke schapen.) Alleen komt dat niet door de overdaad aan spitsvondigheid, maar door de voor de hand liggendheid van hun woordgrapkeuze. Omdat je geen verrassingseffect in je hersens krijgt, denk je: ‘ja, dat kennen we wel’. Jouw achtergrond zorgt ervoor dat je een associatie voelt bij het onderwerp van een verhaal. Zo wordt er spanning opgebouwd in je hersens en als de onverwachte ontknoping het verhaal relativeert, moet je lachen door de verwarring in je brein. Bij een overdaad aan cliché’s gebeurt niet, waardoor je hersens niet worden beloond en jij gaat mopperen op de grap. 

Van woordgrappen die uit jezelf komen en geen uitgekauwde clichés zijn, kun je er zoveel maten, uh, maken als je wilt. Dit is dan ook een oproep aan de mensheid om dat te doen. Hoe meer sterke woordcombinaties er worden bedacht, hoe groter de kans dat de woordgrap, net als het verfwerk van Rothko, ooit in het Stedelijk Museum Amsterdam terecht komt. 

Geef een antwoord