Je bekijkt nu Doodsbedreigingen zijn geen feestje

Doodsbedreigingen zijn geen feestje

Het Valtifest-thema is Wie Je Ook Tent. Daarom maakt redacteur Martine de rubriek ‘In Een Tent Met Een Beroemde Vent’. We trappen af met: Joost van Bellen. ‘Ineens had ik schaamluis.’ 

Levende legende uit het Roxy-tijdperk. Het masterbrein achter de Rauw-feesten. Mede-organisator van Valifest. Toonbeeld van forever young. Ja, als iemand de tent afbreekt, dan is het Joost wel. 
We gooien onze razendsnelle Quechua op in hartje Amsterdam: de Westerstraat.  Kneuterig aangekleed met een tijgerkleed en slingers. Als we de camera een portie seks hebben gegeven – ‘seks, daar ben ik heel goed in!’ – duiken we de tent in voor een inten(t)s gesprek. ‘Maak je geen zorgen, ik ben homo,’ stelt Joost me op mijn gemak als ik in een semi-wulpse pose lig en in gevecht ben met de rits van de binnentent. 

Kampeerhaat 

‘Wat is kamperen toch verschrikkelijk, ik haat het!’, begint Joost. ‘Kamperen was bij mij gewoon nooit zo’n succes. Ik heb het leuk gehad, maar het was ook afzien’, lacht hij. ‘Een gasstelletje ontplofte een keer en de natuur was nogal opdringerig met mierenplagen en muggen. Zo was ik eens in Frankrijk en had ’s nachts last van mijn rug op het dunne matje. Wat bleek? Ik lag op rotsen. Dus heb ik dronken – want je moet tijdens kamperen wel dronken zijn om te kunnen slapen – de tent afgebroken om de grond te egaliseren.’ De natuur zou zich moeten schamen. 

Darm-muziek 

Kamperen op een festival kan Joost niet afvinken van zijn todo-list. ‘Tijdens festivals slaap ik meestal in een hotel of bungalow. Of ik ga gewoon op en neer.’ Handig, dan hoef je ook niet in de rij te staan voor de wc. ‘Zo met je plee-rol over de camping, bedoel je? Gelukkig niet. Je hebt nu Super Stream Me (een programma waarbij Tim den Besten en Nicolaas Veul zichzelf drie weken filmen in alles wat ze doen, red.). Nicolaas en Tim waren voor het eerst aan het poepen en gingen heel hard zingen om geen geluid te maken. Dus hoorde je: la la la, pfff. Heel grappig. Dat is ook zo op de camping. Zit je een partij te bouten, hoor je van die geluiden. Daar schaamde ik me altijd voor’, vertelt Joost terwijl hij een slinger om zijn vinger wikkelt. 

Soa zonder seks 

Als ik de geluidloze doortrek-strategie probeer uit te leggen, herinnert Joost zich ineens waarom hij kamperen nog meer haat. ‘Na een kampeervakantie met vrienden kreeg ik ontzettende kriebel rond mijn voortplantingsorganen, dus ging ik naar de dokter. Hij trok plastic handschoenen aan en zette met een vies gezicht een vergrootglas in mijn schaamhaar. ‘U heeft schaamluis. Waarschuw degene met wie u seks heeft gehad op vakantie.’ Ik was vijftien, homo en had nog nooit seks gehad. Het kwam waarschijnlijk van een slaapzak of van een vieze wc-bril. Het ergste was het desinfecterend spul om de luizen dood te maken. Dit had een hele penetrante geur, waardoor mensen me in de bus knikjes ter herkenning gaven. Ik heb er een trauma aan overgehouden. Dit heb ik trouwens nooit aan mijn vrienden verteld, dus bij dezen.’ Ik bewonder Joost zijn openhartigheid. Misschien is het de tentsetting. Of het feit dat hij al op me heeft gelegen. 

Erectie-angst 

We krijgen een koude kont en gaan op onze knieën zitten. Joost is twintig kilo afgevallen door rennen, meditatie en koolhydraatvrij eten. Dat scheelt toch in zitvlees. Het schaamluisverhaal doet me denken aan bed bugs in hostels. Joost, heb jij wel eens in hostels geslapen? ‘Ja, vroeger met allemaal jongens op een zaal. Als jonge homo is dat toch een beetje eng. Net als samen douchen. Ik was al vrij vroeg seksdriftig en durfde niet met jongens onder de douche. Niet dat ik klein bedeeld bent ofzo, nee. Normaal. Sommige mensen vinden het zelfs heel groot, andere weer heel klein. Het ligt eraan waar je het mee spiegelt. Een olifant? Een ooievaar? Nee, dat was niet de issue. Ik was bang dat ik een erectie zou krijgen.’ Ik opper dat op de meeste festivals mannen niet opgewonden raken als ze de douche instappen.’ Douchen mensen daar niet met elkaar?’ ‘Nee, meestal apart’, antwoord ik. ‘Maar het is vaak ontzettend goor.’ 

Muzikale personages 

Joost draait op 5 september in alle grote tenten op het terrein. ‘De Joost van Tegenwoordig is mijn foute hiphopset, ik doe iets gays voor club Nyx en als Tante Joost draai ik alleen maar hysterische house-wijven. In de 1-Nights Tent draai ik house-klassiekers en dan is er nog het hoofdpodium op Het Plein der Verenigde Naties waar ik met Max Riptide sta als Joe the Ripper. Dit klinkt als een omgevallen platenkast: Omar Souleyman, een Syrische bruiloftszanger, gemixt met Daft Punk. Of Burundi tribal-drums met gabber. Dan is er nog Joost van Ballentent in de Tandartsassistent.’ Joost hoopt dat mensen daar tegen elkaar aanzeiken. Zoals dat hoort in een goede ballentent. 

Doodsbedreigingen 

Rondom het thema was ook gezeik dat toch wel een beetje uit de hand liep. ‘Hottentottententententoonstelling: we hadden geen idee dat het woord iets kwaads in zich had, maar dat bleek wel zo te zijn. Mensen waren gekwetst. (Hottentotten is een beledigende benaming, afstammend uit het V.O.C.-tijdperk, voor negroïde mensen, red.) Het is nu Wie Je Ook Tent. Valtifest gaat over tolerantie en verdraagzaamheid, precies het tegenovergestelde van waar de mensen over vielen. Stom, maar het is ons vergeven. Valtifest is vrolijk en goed bedoeld. We willen een cadeautje aan de wereld geven, maar het cadeau bleek een stinkbom te zijn. Uiteindelijk ontplofte deze zelfs in ons gezicht, toen we de naam veranderden en van extreemrechtse trots-op-Nederland-mensen doodsbedreigingen kregen. ‘Krijg kanker in je kop. Jij moet dood. Ik weet waar je woont.’ Zij waren gekrenkt door hun blanke ras ofzo. Het kwetste me. Ik ben geschrokken van mensen die de klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt. Als je zelfs door Amerikaanse organisaties wordt weggezet als ‘right extremist Joost van Bellen puts negroes on display’, dan loopt het uit de hand. Gelukkig is het uiteindelijk overgewaaid.’ 

Coffeeshop-achtige hippie kilt 

Het thema Wie Je Ook Tent gaat over een cultuurmatch. ‘Zo krijg je de mooiste creaties’, volgens Joost. Zelf haalt hij alles uit de kast: ‘Ik heb een Schotse kilt die ik ooit in Edinburgh kocht tijdens Fringe Festival. Ik had gedraaid, niet geslapen, was dronken en dacht: laat ik een kilt kopen. Toen ik terugliep naar het hotel wezen mensen me na en moesten lachen. Bleek dat er al een kwartier drie mimespelers achter me aanliepen. Die kilt heeft dus geschiedenis. Daarboven ga ik óf hippie-Indiaas óf reggae-te-gek-hé-coffeeshop-achtig.’ 

Hoe ‘te gek hé’ het ook is met een beroemde vent in een tent te zitten, er komt een punt dat de oncomfortabele zitpositie niet langer is vol te houden. We kruipen uit de doek-met-stokken-constructie. ‘Ik ben blij dat we het veilig hebben gedaan’, highfivet Joost me. Ik was mijn hand nooit meer. Luis of geen luis. 

Geef een antwoord