Bitches in hun keel spuiten, genieten van Biggie en pedo’s op de afdeling. Ik geef een kijkje achter de schermen bij mijn interview met Adje.
Voor C. magazine onderzocht ik of een uitstapje naar de gevangenis creativiteit en productiviteit bij artiesten aanwakkert. Ik kwam op het idee toe ik rapper Adje zag tijdens een avondje hiphoppen in Amsterdam. Hij was even op verlof van zijn gevangenisstraf. Wat? Hoe dan? Mijn journalistieke alarmbellen draaiden overuren, wat resulteerde in het stalken van zijn management. De volgende dag. Nuchter.
Zo zit ik even later tegenover Adje in het Amsterdamse Fashion Hotel aan mijn T-shirt te frummelen. (Het verhaal over zijn mislukte drugsdeal en productiviteit in de bak lees je in C. magazine.) Als redacteur zijnde interview ik wekelijks. Toch is dit anders. Ik ben zenuwachtiger dan normaal en mijn hoofd zit vol doemscenario’s over een vrouwonvriendelijke gevaarlijke crimineel die mijn vragen boycot.
In de lobby vraag ik waar het restaurant is. ‘Heb je een afspraak?’, vraagt de receptioniste. ‘Ja.’ Ze krijgt me argwanend aan. ‘Met wie?’ Hoezo moet ik dit uitleggen? ‘Nou, gewoon, met iemand,’ reageer ik nerveus. Wanneer de receptioniste en haar collega’s me verdacht aankijken, denk ik opeens dat het net lijkt of ik hier ben om mijn lichaam te verkopen in een hotelkamer. Of raak ik paranoia door de zenuwen? Ze wijzen synchroon richting het restaurant.
Misschien is Adje er al. Punctualiteit wordt er ingeramd in de bak. Ik loop op een groepje gangsterrap-achtige types af. De vier mannen kijken me verstoord aan als ik de neiging maak om te gaan zitten. Ik had toch die bril mee moeten nemen, dit is Adje niet! Nonchalant doe ik alsof het de de bedoeling is dat ik een u-turn maak en neem plaats aan een verhoogde tafel. Ik kijk naar de bikinimodellen op het beeldscherm. Waarom willen mensen dit ook alweer zien tijdens het eten?
Adje komt binnen met zijn manager en ze kruipen naast me op de hoge bank. Hij is vriendelijk, bijna schuchter, maar heeft wel een boefjesuitstraling onder zijn zwarte petje, door zijn pretogen en speelse lachje. Ik heb nog nooit een ‘crimineel’ gesproken – op een winkeldief van lotion tijdens een bijbaantje bij The Body Shop na- en ben dus nieuwsgierig of mijn visualisaties over de gevangenis overeenkomen met wat ik ken uit Prison Break.
We bestellen een munttheetje en Adje vertelt uitvoerig over de afgelopen jaren. Als ik het een tijdje aanhoor, vraag ik: ‘Kun je je ook kwetsbaar opstellen in de gevangenis, of wordt er dan over je heengelopen?’ Adje neemt een hapje chocolademousse en vertelt: ‘Ik heb een schild opgebouwd door Adje te zijn. Door de spotlights heb ik geleerd om mezelf altijd op een positieve manier neer te zetten, en te lachen. In de gevangenis heb ik niet extra stoer gedaan voor respect. Er is een groepje met wie ik mijn pijn of stress bespreek. Anders overleef je het niet, je moet wel praten over je gevoel.’ Wat open. Ik zag deze zachtaardige kant niet aankomen.
‘Ben je dan niet bang voor gasten die daar binnen zitten?’, vraag ik. ‘Veel mensen in de gevangenis doen stoer uit onzekerheid. Die kennis heb ik opgedaan op straat. Je moet weten wie echt een wolf is en wie eigenlijk een bang en onzeker schaap. Met schapen wordt snel afgerekend.’ Dit klinkt spannend. ‘Hoe dan?’ Adje lacht: ‘Laatst sloeg zo’n wolf in de keuken een pan op het hoofd van een schaap, als wraak voor het uitschelden van zijn moeder. Ze hadden al weken ruzie, want het schaap was iets te fanatiek in overkomen als wolf.’ Ik vraag of er ook messen in de keuken liggen. ‘Ja, maar je moet wel echt een moordenaar zijn om daar iets mee te doen, want iemand met een bot mes steken kost veel moeite.’
‘Ik heb gehoord dat zedencriminelen een extra zwaar leven hebben in de gevangenis, heb je daar ervaring mee?’ vraag ik aan Adje. ‘We hebben een pedofiel op onze afdeling gehad. Hij kwam met een verhaal over fraude in Afrika, maar zijn verlof werd steeds geweigerd terwijl fraudeurs normaal gewoon verlof krijgen. Toen ik op verlof was heb ik hem gegoogeld en toen kwam het naar boven. Ik kon het niet voor mezelf houden. Hij was binnen een week weggepest.’ Wat ze dan deden? ‘We hebben hem niet aangeraakt, maar een groepje stond elke dag dreigend voor zijn cel. Op een gegeven moment stond er op zijn deur: ‘zeven kinderen: we weten het’. Toen werd hij overgeplaatst.’ Ik krijg bijna medelijden met de man in kwestie.
‘Je besefte dus rappen je meer goeds brengt dan je gangsterplannen. Hoe is rap voor jou begonnen?’ vraag ik de rapper. ‘Biggie’s (Notorious B.I.G., red.) muziek is de soundtrack van mijn leven. Na 2pac en Snoop Dogg ontdekte ik Biggie. Echte rap. Ik heb het gevoel dat ik zijn hele verhaal ken, want hij vertelt je alles. Van zijn cologne tot mosselen eten met bitches in Brussel. Het gaat altijd over wat hij die dag voelt en meemaakt. Ik doe dat ook en dat komt door Biggie. Ik geniet intens als ik hem hoor. Bijvoorbeeld de zin: Don’t take them to the crib unless they bonin’. Je gaat niet mee naar huis tenzij je neukt vandaag. Dat is heel grof gezegd, maar wel wat hij denkt op dat moment.’
Heel beeldend, ja. Adje’s manager Johnathan vult aan: ‘Heel veel rappers rappen over hoe mooi ze het hebben en hoe groot hun horloge is, maar dan weet ik niet wie ze zijn. Bij Adje wel.’
‘Ik moet als vrouw soms wel even schakelen tussen mijn persoonlijkheid die van de muziek en de flows wil genieten en mijn feministische-ik die dan gedwongen heel vaak ‘bitches’ hoort’, geef ik toe. Johnathan: ‘Ik heb best vaak problemen met zakelijke partners waar Adje mee werkt, omdat hij heel erg grof is. In het nummer Zeg Me met de Sloddervosgang rapt hij: ‘Voordat ik je in je keel spuit.’ Mensen reageren dan met: ‘Dat kan je niet zeggen!’ Maar Adje weet dat dit is wat de jonge fans willen horen.’ De tekst blijft lekker hangen, maar of iedereen dat nou wil horen? Het maakt Adje in elk geval onderscheidend.
‘Ik snap dat wel. Ik zong als prille tiener ook mee met het nummer Sletje van Baas B.’, zeg ik out of the blue. Al had ik toen bij ‘keel spuiten’ meer associaties met een watergevecht met een tuinslang waarbij je half verdronk, denk ik erachteraan. Adje: ‘Provoceren werkt. Grenzen opzoeken. Ik ben oprecht in alles wat ik zeg. In Zeg Me zing ik ook: (Adje kijkt me recht aan onder zijn petje en ik hou mijn hart vast voor wat er gaat komen.) Hou van bitches met een business van d’r own bitches. Ga-naar-de-salon-plus-ik-houd-m’n-pussy-schoon-bitches.’
‘Goeie flow. Wat vindt je vriendin er eigenlijk van dat je dit soort teksten spit?’, vraag ik snel voor ik het niet meer durf. ‘Muziek maken is mijn werk. Zolang ik mijn karakter kan behouden heb ik een goede vriendin. Als ik ingetogen moet zijn heb ik niet de juiste vrouw. De tekst gaat eigenlijk over haar. Ze heeft een business van d’r own en ze houdt haar pussy schoon.’
Dit is wel een heel intens inkijkje in Adje’s privéleven. Maar ik waardeer zijn openhartigheid over de hygiëne van zijn vriendin. Ik neem een slok thee en verleg de focus voor de laatste keer op de gevangenis. Wat voor muziek luistert hij daar eigenlijk? ‘Ik heb zo’n dertig cd’s op mijn kamer en ik woon in die albums. Dat is mijn jonko.’